Korte dutjes. Voor veel ouders zijn ze een bron van twijfel en soms van frustratie. Je baby slaapt netjes in, maar wordt na dertig tot vijfenveertig minuten weer wakker. Net op het moment dat jij dacht even adem te kunnen halen. De vraag die dan bijna automatisch opkomt is of dit wel genoeg is. Of je iets fout doet. Of je kind niet beter zou moeten slapen.

Zoals zo vaak bij slaap ligt het antwoord niet in het dutje op zich, maar in het geheel… ik neem je even mee. 

Wat is een kort dutje?

Wat doorgaans wordt beschouwd als een ‘kort’ dutjes, is een dutje dat één slaapcyclus lang duurt, of minder. Die duurt gemiddeld tussen de dertig en vijfenveertig minuten bij een baby (maar wordt langzaam maar zeker langer, tot negentig à honderdtwintig minuten zoals bij volwassenen).

Waarom is dat kort? Goede vraag… het is momenteel cultureel en maatschappelijk de norm dat baby’s langere dutjes doen overdag. Dat wordt ‘verwacht’. Je baby doet het pas goed als die veel en lang slaapt overdag. 

Eén slaapcyclus is geen probleem

Eigenlijk zijn korte dutjes gewoon normaal. De slaaparchitectuur van jonge kinderen is nog onrijp. Ze brengen relatief veel tijd door in lichte slaap en worden aan het einde van elke cyclus makkelijk wakker.

Een kort dutje is dus op zichzelf geen slaapprobleem. Zeker niet bij jonge baby’s. Het wordt pas relevant wanneer dutjes en slaapbokken tijdens de nacht altijd kort blijven, ongeacht leeftijd, context of ondersteuning. Als dutjes nooit verlengen en dit samengaat met tekenen van oververmoeidheid of ontregeling, dan is het zinvol om verder te kijken (lees dan zeker even deze blog). 

Wat zeggen gemiddelden over dutjes

Wetenschappelijk onderzoek toont dat korte dutjes courant zijn tijdens de eerste maanden, met een piek tussen één en vijf maanden. Maar ook na vijf maanden zijn korte dutjes niet per se problematisch. 

Gemiddelde dutjestijd volgens Mindell et al. (2016):

  • 1 maand: 60min
  • 3-5 maanden: 45min
  • 1-2 jaar: 2 uur

Dit zijn statistische gemiddelden. Ze zeggen niets over jouw individuele kind. Er zijn baby’s die structureel minder dagslaap nodig hebben en daar uitstekend op functioneren. En er zijn kinderen die meer slaap nodig hebben dan gemiddeld. Dutjes zijn nodig voor één reden: de opgebouwde slaapdruk er tijdelijk terug afslapen zodat je verder kan met je dag. Sommige kindjes slapen die er sneller af dan anderen, of bouwen er minder (snel) op. 

Kleine slaapnoden bestaan

Niet elk kind heeft dezelfde slaapbehoefte. Dat is geen modewoord, maar goed onderbouwd binnen de slaapwetenschap. Slaapbehoefte wordt beïnvloed door genetica, temperament, context en neurologische rijping.

Sommige baby’s zijn al vroeg alert, nieuwsgierig en hebben weinig dagslaap nodig om goed te functioneren. Zij doen het prima met korte dutjes zolang de totale belasting niet te groot wordt. Andere kinderen hebben meer slaap nodig om prikkels te verwerken en hun regulatie te behouden. Zij zullen of langere dutjes nemen, of meer dutjes nemen op één dag. Slaapbehoefte varieert ook in functie van de context en omgeving: een kindje dat naar de opvang gaat met veel andere indrukken en kindjes, zal misschien sneller en meer slaapdruk opbouwen dan een kindje dat rustig thuis zit. 

Het totaalplaatje telt

Een dutje staat nooit op zichzelf. Om te beoordelen of korte dutjes voldoende zijn, kijk je altijd naar het geheel.

Hoe is je kind wanneer het wakker is? Is er ruimte voor spel, nieuwsgierigheid en contact? Of zie je vooral prikkelbaarheid, snel huilen en moeite met regulatie? Hoe verloopt de nacht? Wordt je kind uitgerust wakker of lijkt de vermoeidheid zich op te stapelen? Hoe evolueert de ontwikkeling? Is er groei, interactie en herstel?

Als een baby korte dutjes doet maar verder goed functioneert, dan is er meestal geen probleem. Als korte dutjes samengaan met duidelijke signalen van oververmoeidheid of een steeds moeilijkere dag, dan is het tijd om te onderzoeken wat er speelt.

Hoe zie je of het genoeg is

Voldoende slaap zie je niet aan de klok, maar aan het kind. Een baby die genoeg slaapt kan overdag meerdere keren tot rust komen, ook al zijn die momenten kort. Er is variatie in stemming, niet alleen spanning. Er zijn momenten van ontspanning in het lichaam. De wakkertijden zijn haalbaar zonder dat alles op het randje zit.

Wanneer slaap tekortschiet, zie je vaak een vicieuze cirkel. Het inslapen wordt moeilijker, dutjes worden steeds korter, het kind raakt sneller ontregeld en de draagkracht van ouders neemt af. Dat is een belangrijk signaal om niet alleen naar het dutje te kijken, maar naar de onderliggende oorzaak.

Wat kan je doen als je denkt dat het niet genoeg is

Als je vermoedt dat korte dutjes niet volstaan, is verlengen soms helpend. Niet door forceren, maar door ondersteunen.

Dat kan betekenen dat je je kind helpt om opnieuw in slaap te vallen aan het einde van een cyclus, bijvoorbeeld door nabijheid, beweging of ritme. Soms helpt het om de timing van het dutje aan te passen. Te vroeg of te laat neerleggen vergroot de kans op korte slaap. Ook de slaapomgeving speelt een rol. Te veel licht, geluid en prikkels – voor vele kindjes ook de afwezigheid van een volwassene –  kunnen het verderslapen na één cyclus bemoeilijken.

Belangrijk is dat verlengen geen doel op zich wordt. Sommige kinderen verlengen met ondersteuning, anderen niet. Dat zegt niets over wat jij doet als ouder, maar over de rijping van het zenuwstelsel.

Wat kan er achter korte dutjes zitten

Te korte dutjes – in de zin dat ze niet herstellend zijn voor jouw kindje –  kunnen verschillende oorzaken hebben. Neurologische onrijpheid is de meest voorkomende, zeker bij jonge baby’s. Daarnaast kunnen prikkels, spanning, oververmoeidheid of juist ondervermoeidheid een rol spelen. Ook relationele factoren zijn relevant. Hoe veilig voelt het inslapen? Hoe verloopt de overgang van wakker naar slaap?

Wanneer dutjes structureel kort blijven en het geheel niet klopt, is het belangrijk om ook slaapverstoorders te overwegen. Medische factoren, zoals lichamelijk ongemak of slaapgerelateerde aandoeningen, kunnen maken dat een kind niet door een cyclus heen komt. Die horen thuis in een ander kader en vragen een andere aanpak.

Tot slot

Korte dutjes zijn vaak gewoon normaal. Soms tijdelijk. Soms passend bij het kind. Ze worden pas een probleem wanneer ze het functioneren van het kind of het gezin ondermijnen. De kunst is om niet te blijven hangen in minuten tellen, maar te leren kijken naar wat slaap doet voor jouw kind.

Slaap hoeft niet perfect verdeeld te zijn om voldoende te zijn. Maar ze moet wel herstel brengen. Daar ligt de echte vraag.

Liefs,
Anouk

@the_nurturingkind

Volg mij op mijn socials als je graag op de hoogte blijft van nieuwe blogposts & meer informatie zoekt over babyslaap. 

Ik schreef  een boek over babyslaap, Zachte nachten, samen met collega Hanne Wils. Meer info op de website. Ook beschikbaar als e-book en luisterboek. 

Ik heb voor jou DE baby-slaapcursus gemaakt die ik graag zelf had willen hebben toen ik voor het eerst mama werd.

Om jou dezelfde twijfels en vragen te besparen die ik als jonge moeder had rond de slaap van mijn baby.

Om jou te informeren over hoe baby’s ECHT slapen. Om jou te helpen begrijpen dat jouw baby niet gebroken is als jouw baby zich niet gedraagt als de baby’s van de boekjes en de filmpjes. Om jou responsieve handvaten aan te bieden om iets te veranderen als jij dat wenst. Handvaten die rekening houden met biologisch normale slaap, het unieke karakter van elke baby en ouder, die de unieke ontwikkeling van elk kindje eren en beschermen, die jouw natuurlijke intuïtie als ouder eren en jou toelaten afgestemd blijven om te gaan met jouw kindje.

Gedaan met onrealistische verwachtingen, en outdated slaapadvies dat tegen jouw intuïtie gaat.